Inhoudsopgave
Bij het zoeken naar zwerfstenen is het altijd afwachten wat je tegen- komt. Soms levert gericht zoeken verrassingen op, maar vaker speelt toeval een belangrijke rol, zo ook met deze Viborgiet.
De Hondsrugtuin in de Hortus
In de Hortus in Haren is een landschapstuin ingericht. Reliëf en begroeiing moeten een indruk geven hoe de Hondsrug er vroeger moet hebben uitgezien. Als aandachtstrekker zijn twee keileemwanden geconstrueerd, waarop bezoekers kunnen zien hoe de bodem van de Hondsrug onder hun voeten is opgebouwd. Men loopt tussen de 2 wanden door waarop in reliëf de bodemlagen uit de ijstijd van de Hondsrug zijn weergegeven. Het ziet er zeer professioneel uit en zeker een bezoek waard.
Om de Hondsrugtuin vorm te geven is keileem en keizand uit Haren aangevoerd. Dit bevatte veel zwerfkeien, die men in de tuin een plek heeft gegeven. De grootste exemplaren, waaronder een prachtige migmatiet en een fraaie rode Aland-rapakivi, kregen een plaats op het voorterrein van de Hortus. De kleinere kregen een plek binnen de omheining.
Ik ontdekte de steen in rij keien langs een grasstrook bij de dienstingang. Een opvallende roodbruine steen, die, zo leek het, bezig was uit elkaar te vallen, maar wat later bleek, heel wat jaren geleden door een steenhouwer moet zijn bewerkt. Aan de buitenkant waren opvallend grote, rondachtige en witomrande eerstelingen van kaliveldspaat zichtbaar. De rapakivi-natuur was op het eerste gezicht duidelijk, maar het was een afwijkend type. Geen Aland-rapakivi, dit was duidelijk. De steen bleek een Viborgiet. Deze herinnert duidelijk aan Aland-rapakivi, maar is veel grootkorreliger. Een aanwinst, want in deze grootte is dit het tweede exemplaar dat in het Hondsruggebied gevonden is. Iedere verzamelaar, die ooit een bijzondere steen heeft gevonden, kent dit gevoel van euforie.
Wat is Viborgiet?
Viborgiet is een rapakivi-graniet. Eigenlijk is het dé rapakivi-graniet. Viborgiet is een opvallende roodachtig graniet met als belangrijkste kenmerk de aanwezigheid van grote (tot 10cm) ronde geringde veldspaten van roodachtige kaliveldspaat. Deze zijn veelal omgeven door een relatief dikke witte rand van plagioklaas. Vooral aan de centimeters grote geringde veldspaten is Viborgiet te herkennen.
Ruimtelijk gezien zijn de veldspaten kogelronde veldspaatballen. Vanwege de overeenkomst met eieren noemt men deze wel ovoïden (Gr. ovos = ei). Naast met plagioklaas ommantelde ovoïden, zijn ook eerstelingen aanwezig zonder plagioklaas-mantel. Merkwaardig is, dat juist ovoïden zonder plagioklaas-mantel de grootste afmetingen bereiken. Vaak bevatten ze kleine insluitsels van zwarte biotiet en/of hoornblende. Deze zijn dikwijls in één of meer concentrische zones in de ovoïden gerangschikt. In de geologie noemt men rapakivi’s met plagioklaas-ommantelde ovoïden: Viborgiet.
Viborgiet
De tegenhanger van Viborgiet is Pyterliet. Dit rapakivi-gesteente bevat meestal minder donkere mineralen, is ook kwartsrijker en bezit veldspaat-ovoïden zonder plagioklaas-mantel. Viborgiet en pyterliet gaan overigens naadloos in elkaar over.
Pyterliet
Pyterliet
Is Viborgiet zeldzaam?
Ja en nee. In het Hondsrug-gebied komt Viborgiet zo veelvuldig voor dat wel gesproken wordt van ‘huismussen’ onder de zwerfstenen. Het verschil zit hem in de benadering en de naamgeving. In de geologie worden vaak andere namen voor gesteenten gebruikt dan zwerfsteenliefhebbers hanteren. Rapakivi’s zijn granietachtige gesteenten. Er zijn ontzettend veel varianten, waaronder een aantal die geschikt zijn als gidsgesteente. Gidsgesteenten zijn zwerfsteensoorten waarvan het moedergebied in Scandinavië bekend is. Gidsgesteenten uit de rapakivi-familie zijn vrij makkelijk uit elkaar te houden. Aland-rapakivi is het bekendst. Deze kennen we ook als ‘ringetjesgraniet’. Ronde veldspaten in het gesteente zijn omgeven door een smalle witte rand. Deze tekenen de buitenzijde van de stenen. Gesteentekundig is Aland-rapakivi een Viborgiet: dit vanwege de talrijke ovoïden met een plagioklaas-mantel. Vandaar ook het ‘nee’ want Aland-rapakivi is allerminst zeldzaam in het Hondsruggebied. Daarnaast kennen we ook de “echte” Virborgiet, deze bezit veel grotere ommantelde ovoiden en is in het Hondsrug-gebied uitermate zeldzaam.
Waar komen ze vandaan?
Het Baltisch schild in Scandinavië is een oeroud stuk aardkorst. Gesteenten zijn soms miljarden jaren oud. De oudste (>3 miljard jaar) vinden we in Karelië in Finland en op het Kola schiereiland in Noordwest-Rusland.
Te midden van graniet en metamorfe gesteenten komen op het Baltisch schild, verspreid in het grondgebergte, een aantal rapakivi-gebieden voor. Deze liggen als eilanden te midden van oudere gesteenten. Het ruim 4000 km2 grote rapakivi-gebied van Aland, heeft ons in de Saale-ijstijd veruit de meeste rapakivi-zwerfstenen geleverd, waaronder Aland-rapakivi. Het kleinere massief van Kökar, ten zuidoosten van Aland leverde iets minder rapakivi’s. De overige rapakivi-massieven zijn onder noordelijke zwerfstenen mondjesmaat vertegenwoordigd.
Viborg
Viborgiet met zijn opvallend grote plagioklaas-ommantelde veldspaat-ovoïden, komt alleen voor in de grotere rapakivi-gebieden. Het mooist en ook het duidelijkst kennen wij ze van het rapakivigebied van Viborg, oostelijk van Helsinki in Finland en deels in Rusland. Hoewel het grootste deel van het uitgestrekte massief uit een grootkorrelig type Viborgiet bestaat, komen zwerfstenen uit het Viborg-gebied bij ons niet voor. Zwerfstenen zijn in de ijstijd hoofdzakelijk naar het zuiden en zuidoosten verplaatst, richting Rusland. Misschien dat een enkel exemplaar ingevroren in drijfijs of via ijsbergen in de Finse Golf westwaarts is afgedreven en langs deze omweg uiteindelijk in het Hondsrug-gebied is terechtgekomen. Dit is echter allerminst zeker.
Viborgiet type Baltic Brown
Aland-eilanden
Op de Aland-eilanden is rapakivi-graniet in hoofdzaak ontwikkeld als Viborgiet (Aland-rapakivi). Dit gesteente bezit echter veel kleinere ovoïden, de meeste <2cm. Van Aland zijn, voor zover bekend, geen grootkorrelige Viborgieten bekend.
In de overige rapakivi-gebieden in Finland, Zweden, Botnische Golf en in de noordelijke Oostzee komen viborgietische rapakivi’s nauwelijks voor. Van Rödö, halverwege de Botnische Golf, kennen we rapakivi’s met ronde ovoïden die deels en vaak ook onduidelijk ommanteld zijn door plagioklaas
Kökar
Uit het kleine rapakivi-gebied van Kökar in de noordoostelijke Oostzee zijn geen viborgieten bekend. Het merendeel van de rapakivi’s in dit gebied is ontwikkeld als grootkorrelige porfierische biotiet-graniet. Van Kökar kennen we wel pyterlieten, maar deze wijken door hun tabletvormige kaliveldspaat-eerstelingen af van echte pyterliet. Ronde ovoïden komen in Kökar-pyterlieten niet of nauwelijks voor.
Het grote Noordbaltisch rapakivi-massief dat tussen Aland en Estland op de bodem van de Oostzee voorkomt, is nog niet zo lang bekend. Het ligt in zijn geheel onder water. Het nemen van gesteentemonsteris is helaas niet mogelijk. Desondanks is uit zwerfsteenonderzoek gebleken dat een paar zwerfsteensoorten afkomstig moeten zijn van dit massief. Eén van de bekendste is Rode Oostzee-porfier. Het noordelijke deel van het Noord-Baltische rapakivi-gebied is niet bedekt door jongere afzettingen. In de ijstijd is dit gedeelte ongetwijfeld door het landijs geërodeerd. Het is mogelijk dat dit massief viborgietische rapakivi’s en misschien ook wel echte viborgieten heeft geleverd. Weten doen we dit echter niet.
Vooralsnog blijft de precieze herkomst van de Viborgiet in Haren onzeker. Viborgiet is als gesteente dus niet zeldzaam, maar zwerfstenen ervan komen in onze omgeving nauwelijks voor.
Is het een unieke vondst?
De zeldzaamheid van Viborgiet maakt de vondst in het Hondsruggebied uniek. De kans op het vinden van een zwerfsteen-viborgiet is vrijwel te verwaarlozen. Wel zijn in Duitsland meerdere exemplaren gevonden. Onder meer zijn ze bekend van de dicht bij de grens gelegen zwerfsteen-vindplaatsen bij Haddorf en Neuenkirchen. Ook daar betreft het slechts enkele vondsten.
Enige tientallen jaren geleden is in de zandwinning van De Boer in Emmerschans een vrijwel identieke Viborgiet gevonden. Ook het formaat van die steen is vergelijkbaar met de Viborgiet van Haren. Voor zover bekend zijn dit de enige zwerfstenen van Viborgiet die in het Hondsrug-gebied gevonden zijn.
Bijzonder is dat bij de inventarisatie van de zwerfstenen in de Markermeerdijk in Noord-Holland in 2018, een aantal Viborgieten zijn aangetroffen. Het waren duidelijk zwerfstenen, maar qua type wijken deze af van de in Drenthe gevonden zwerfstenen. De geringe verweringsgraad van de dijkstenen, tezamen met het voorkomen van Ordovicische kalkstenen uit Estland, doet vermoeden dat deze Viborgieten per schip daar vandaan afkomstig zijn. Een herkomst uit het Hondsruggebied is uitgesloten.
De Viborgiet van Haren is een artefact
De gevonden steen toont duidelijk dat deze in het verleden (middeleeuwen?) is bewerkt. Eén zijde van de steen is met hamer en beitel vlak gekapt. De andere zijden zijn breukvlakken. Deze zijn zeer onregelmatig en niet verder met de beitel afgevlakt. De steen maakt de indruk, qua vorm en formaat, bedoeld te zijn geweest als bouwsteen. Mortelresten zijn echter niet aangetroffen.
Zwerfsteen als bouwsteen
In de middeleeuwen is voor de bouw van kerken op veel plaatsen in Denemarken, Duitsland en ook in Noord-Nederland gebruik gemaakt van zwerfstenen. Bij ons werden de stenen vooral gebruikt voor het funderen van kerken. Kerkmuren die uit zwerfstenen zijn opgetrokken, waarbij alleen de zichtzijde van de keien enigszins vlak werd gebeiteld, kennen we in Nederland niet (meer). In het koor van de Margartha-kerk in Odoorn en in de plint van de kerktoren in Emmen zijn grote zwerfstenen verwerkt. De keien bestaan uit grote, meest rechthoekig gekantrechte bouwblokken die men verkreeg door grote zwerfblokken – wellicht afkomstig van hunebedden – te splijten en verder te bewerken.
Het vlak gebeitelde deel van de steen is onregelmatig en ruw. Ook de andere breukvlakken zijn erg onregelmatig. De indruk bestaat dat, tijdens het bewerken van de steen, opgemerkt is dat het gesteente door de grootkorreligheid van de Viborgiet met zijn grote ovoïden onvoorspelbaar breekt en blijkbaar voor het doel ongeschikt werd bevonden. De grote vraag blijft waar men de kei voor bedoeld heeft. Voor zover bekend zijn zwerfsteenkerken als in Denemarken en Duitsland nooit in ons land gebouwd. Een mogelijkheid is dat de kei bedoeld is geweest om een gebint van een boerderij te dragen.
Harry Huisman
Dit artikel is overgenomen van het Hunebednieuwscafe
https://www.hunebednieuwscafe.nl/2019/04/een-zeldzame-zwerfsteenvondst-in-haren