Op zaterdag 12 oktober heeft Gea Drenthe met 23 deelnemers een bezoek gebracht aan de zandwinning Oosterweilanden in Vriezenveen.
Van tevoren had ik online gezocht naar informatie over deze locatie, maar er bleek verrassend weinig te vinden over Oosterweilanden. Dit in tegenstelling tot de nabijgelegen groeves van Westerhaar en Sibculo, waarover meer bekend is. Gelukkig had ons lid Trieneke in het verleden al eens in deze groeve naar fossielen gezocht, en volgens haar was er voldoende te vinden. De toegang was destijds wel lastig te verkrijgen. Dat lijkt nu veranderd door de komst van een nieuwe eigenaar.
Zelf wist ik niet goed wat ik kon verwachten, mede omdat ik nog niet eerder in een zandwinning had gezocht. In het bijzonder hoop ik ooit nog eens barnsteen te vinden, al is dat niet altijd realistisch; een paar fossielen zouden al mooi zijn. Een voordeel van een relatief nabije vindplaats (ongeveer een uur rijden vanuit Assen) is dat je niet heel vroeg hoeft te vertrekken om op tijd, om 10 uur, aanwezig te zijn.
Bij aankomst in de groeve werden we gastvrij ontvangen door een werknemer van de zandwinning met een kopje koffie in de kantine. Het was fris, maar mooi weer, en het bleef de hele dag droog.
De zandzuiger en de rest van de installatie worden op afstand bediend vanuit een kantoortje op het terrein. De zuiger haalt zand (en stenen) op van tientallen meters diepte, waarbij er putten worden gecreëerd waar het zand vanaf de zijkanten inrolt. Hierdoor ontstaat een mengsel van materialen uit verschillende dieptes. Het werd ons uitgelegd dat de grondlagen niet overal horizontaal liggen, waardoor het opgezogen materiaal per locatie sterk kan verschillen, zelfs op dezelfde diepte.
Het zand wordt via buizen naar de installatie getransporteerd, waar de stenen eerst worden uitgezeefd. Deze stenen, die voor het bedrijf afval zijn, worden op een grote hoop gestort. Voor ons als fossielenzoekers zijn juist deze stenen van belang!
Het zand wordt verder verwerkt en opgedeeld in fracties op basis van korrelgrootte, waarna het bedrijf er producten van maakt.
Na deze uitleg begonnen we onze zoektocht op de grote steenhoop. Al snel werden fossielen gevonden, zowel uit het Ordovicium (485-443 miljoen jaar geleden) als uit het Krijt (145-66 miljoen jaar geleden). Zelf vonden we een knikkeralg en een Aulocopium-spons uit het Ordovicium, en fragmenten van bekersponzen uit het Krijt. Daarnaast vonden we fragmenten en een afdruk van een ammoniet, evenals zwerfsteentjes zoals een gneis met granaten en een zwart gesteente met veel pyriet.
Op de steenbult lag ook flink wat kienhout, wat mijn hoop op het vinden van barnsteen deed groeien. Er werd weliswaar één stukje barnsteen gevonden, maar helaas niet door mij.
In de middag begon het wat harder te waaien, waardoor het kouder aanvoelde. Aangezien we ondertussen al een aardige tijd hadden gezocht, besloten we rond 14:00 uur huiswaarts te keren.
Dit was de tweede excursie naar een zandwinning dit jaar. Dergelijke excursies zijn ook zeer geschikt voor (jonge) kinderen. Ze zijn relatief dicht bij, veilig en kinderen kunnen er goed fossielen zoeken op de stenenbult. Het was dan ook jammer dat er dit keer geen kinderen deelnamen.
Ik hoop dat de excursiecommissie meer van dit soort uitstapjes organiseert en dat er dan ook kinderen (en hun ouders) meegaan. Mijn dank gaat uit naar de excursiecommissie, in het bijzonder naar Paul en Sylvia Joziasse, voor de uitstekende organisatie.
Jacob Otten
Donny Zuidema heeft ook een blogpost van deze excursie gemaakt: https://www.hetruwemineraal.nl/blog/2095692_fossielenzoektocht-in-vriezenveen