Harry Huisman en Marja Braaksma hebben zeker drie maanden over 33 kilometer dijk tussen Hoorn en Durgerdam gelopen. Niet als toerist (,,al was het wel indrukwekkend mooi!”) maar vooral met de blik naar beneden gericht. Naar de dijk en in het bijzonder alle natuursteen dat daar al eeuwen ligt.
Hij, stenenkenner vanuit passie, die het keiharde verleden in beeld heeft gebracht. Zij, als onmisbare assistente die alle opmerkingen noteerde en de stenen fotografeerde. Beiden lyrisch over Pyterliet, Rapakivi’s en niet te vergeten het wonderschone Jungfrungraniet. Ze komen beiden uit Drenthe, en vooral hij weet door zijn passie en betrokkenheid bij het Hunebed-centrum in Borger verbazend veel over bijna elke steen te vertellen.
Hun eigen partners weten dat ze deze twee met een gerust hart los kunnen laten op de dijk. Want het gaat om keien, hier ligt een zwaarwichtig verleden. Met soms verrassende wendingen. ,,Een leek ziet het natuurlijk niet, maar langs deze dijk tref je stenencollecties die uitzonderlijk mooi zijn”, weet Huisman. ,,Juweeltjes. Als je weet wat je zoekt.”

Archeologie
Zij hebben hun omvangrijke inventarisatie afgerond op verzoek van de Alliantie Markmeerdijken. Die gaat, in opdracht van het Rijk, de Markermeerdijken verstevigen. Voor archeoloog Jan Willem Oudhof, verbonden aan de alliantie, is dat een buitenkans om nu waar mogelijk alles te verzamelen over de dijk en de historie. ,,Er is al archeologisch onderzoek gedaan op meerdere plekken”, vertelt hij. ,,We weten redelijk wat over het verleden en over het moment waarop die stenen bekleding voor de dijken in zwang kwam. Maar over de stenen zelf en waar ze precies vandaan komen, weten we eigenlijk niet zoveel.” Dat verklaart waarom twee bevlogen stenenliefhebbers als wandelende senioren op gezette tijden de steenbekleding van de dijk bewonderen.

Stenencollectie
Buitenstaanders hebben het vooral over Noordse stenen die de dijk tegen de golfslag moeten beschermen. Harry heeft een andere woordenschat, om de stenencollecties te kunnen benoemen. Er zijn honderden verschillende steensoorten beschreven. ,,Iedereen wist wel dat het vooral graniet was, maar niet de ondersoorten’, vertelt hij. ,,Oké, je kan domweg niet alle stenen afzonderlijk bekijken. Voor zover ze trouwens niet onder plantengroei zijn verstopt. Maar ik herken wel meteen de bijzondere exemplaren. En daar word je dan hebberig van, haha. We waren bang dat we iets over het hoofd zouden zien, daarom was er ook veel tijd nodig.

Drenthe
Waarvandaan de keien komen? ,,Uit Drenthe”, is het resolute antwoord. ,,Dat kan ik weer herleiden aan de steensoorten die zijn gebruikt. Die tref je vooral rondom de Hondsrug en Midden-Drenthe. Het werd nog een lucratieve handel ook: de mensen hebben daarom complete hunebedden geplunderd en soms opgeblazen met springstof.” Harry constateert dat vooral het noordelijk deel van de dijk, globaal tussen Hoorn en Etersheim, met aanvoer vanuit Drenthe is bekleed. ,,Bij Etersheim vinden we lichtkleurige zandsteen, waarin je zelfs de fossiele graafsporen van honderden miljoenen jaren oude zeebodem organismen nog kan herkennen. Die Drentse keien gingen met scheepsladingen tegelijk deze kant op.” Maar al redelijk snel droogt de Drentse aanvoer op.

Import
Daarna moeten de dijkenbouwers van drie eeuwen terug de blik naar andere gebieden richten voor de aanvoer van (zwerf)keien. ,,Hoe zuidelijker je komt, hoe meer je de import herkent.” Het bijzondere is dat Harry moeiteloos de scheepsladingen of handelspartijen kan herkennen, gezien de herkomst.

Grijs granietporfier uit Finland, granietsoorten uit Zweden en uit Noorwegen. Waarmee de twee vooral willen aangeven dat de Markermeerdijken in feite een unieke geologische staalkaart van de wereldbol is, over 33 strekkende kilometers. Ooit neergelegd in de strijd tegen het water, maar in feite al miljarden jaren onderdeel van de planeet. De twee Drentse liefhebbers/kenners hebben dat alles tot in detail beschreven. Zodat de alliantie weet hoe groot de variatie aan stenencollecties is die er tussen de kruin en de waterlijn van de waterkering liggen. Voor hen is de dijk onbetwist een geologische schatkamer.

Gepubliceerd in het Noordhollands Dagblad van 9 februari j.l.