Hemelvaartexcursie Tsjechië in 2005
Verslag van Eric van IJsseldijk
Dobri Dan
Dinsdag 2 mei 2005 vertrokken we, Eric van IJsseldijk en Johan Vellekoop om 6.00 uur ’s morgens vanuit Emmen richting Tsjechië. Na ruim 10 uur arriveerden we tegen half 5 in pension Antonea in Cista u Horek. Na een grosses Bier konden we een kamer op de bovenste verdieping uitzoeken. Uitzicht over de bergen in de verte met sneeuw erop.
Woensdag zijn we op eigen houtje op zoek gegaan in de velden naar carneool en agaten. Tijdens onze rit kwamen we per ongeluk bij een verlaten groeve. Toen we onze hamers uit de auto hadden gehaald en net leuk op zoek waren naar hetgeen we daar zouden kunnen vinden kreeg Johan tijdens het keren van een stuk steen het ver tussen de vingers. Al bloedend, Johan dan, hebben we de groeve verlaten en zijn naar het dichts bijzijnde hospitaal gereden, waar de diepe wond is gehecht. Daarna hebben we in dat dorp voor 1 euro 50 een maaltijd genuttigd in een restaurant. De rest van de dag hebben we door de kleine dorpjes gereden tijdens ons toeristisch tripje. Genoten van de mooie natuur en het fantastische landschap van deze streek.
Donderdag 4 mei kwam de gids Ludec ons halen voor een zoekdag in de buurt. We reden naar een plekje waar we gisteren ook al waren geweest, bij de verlaten groeve. Daar hoorden we dat het verboden was de groeve te betreden. We hadden de borden zien hangen, maar ons Tsjechisch was dus danig slecht dat we dat niet konden lezen. Via het bos gingen we naar een oude goudmijn. Van de mijn was alleen nog maar de luchtschacht zichtbaar. De mijngangen waren allemaal ingestort en verder niet meer toegankelijk. In een beekje hebben we met een pan gezocht naar goud en pyropen. Het goud hebben we gevonden en de pyropen ook. Helaas was het goud zo klein dat je het alleen maar kon zien en niet kon pakken. Het was een leuke ervaring die we en veel met ons nog nooit hadden meegemaakt.
Hierna gingen we met een paar kleine pyropen naar een tweede zoekplek. De zon kwam door en dan is het zoeken op een net geploegd land met ruim 20 mensen een aparte ervaring. De stukken carneool lagen daar voor het oprapen. Wat we natuurlijk ook gedaan hebben.
Na de baggerschoenen weer verwisseld te hebben voor normaal schoeisel reden we door naar de derde vindplaats. Helaas was de voetreis die de gids aangaf als 1 kilometer stijl omhoog en hebben sommige mensen bij deze klim al moeten opgeven.
Maar voor diegene die toch doorgelopen is was het wel de moeite waard. We belanden uiteindelijk op een akker die ook net geploegd was en vonden daar stukken agaat. Johan heeft zelfs nog een leuk stuk versteend hout gevonden. Erg vermoeiend was het wel. ’s Avonds zijn we naar het huis van de gids gegaan die de mooiste stukken agaat, carneool, versteend hout etc etc had liggen in een paar, sommige wel heel grote, vitrinekasten. Door een gesprekje met hem kwam ik erachter dat de grotere pyropen ergens elders gevonden werden, maar dat wij daar niet mochten zoeken met zo’n grote groep. De groeve waar wij woensdag waren heeft hij vroeger hele mooie agaten gevonden en helaas dat deze groeve gesloten was.
Vrijdag gingen we naar de eerste Tarmac groeve in Bezdecin. Daar zijn hele mooie stukken gevonden. Echt kapwerk was niet nodig want er lagen brokstukken genoeg en bergen met steen, waar best wel leuke dingen te vinden waren. Misschien was de verwachting dat ik geodes van grote afmeting kon vinden iets te overmoedig. Maar de vondsten van die dag waren ook niet echt slecht te noemen. Na de deze groeve hebben we nog wat cultureels gedaan. We zijn naar een museum geweest. Toevallig was het een geologisch museum met bijzonder mooie collectie versteend hout, agaten, geodes etc.
Zaterdag zijn we nog vroeger weggegaan, want om 9 uur hadden we een afspraak met Antonin en Petr Paulis in Kutna Hora. Een reisje van ongeveer 100 kilometer van onze verblijfplaats. Van daar zijn we naar de tweede groeve van Tarmac in Vlastojovice gereden. Deze rit van door de berglandschappen van Tsjechië, waar we onderweg in de bossen nog wat herten zagen grazen, was erg de moeite waard. In de groeve aangekomen hebben we eerst wat geologische kennis kunnen opdoen door de verhalen van vader en zoon Paulis. Na het zoeken en kappen van verschillende mineralen zijn we naar een andere groeve gereden en daar op zoek gegaan naar nog meer materiaal. In deze groeve die, dichter bij Kutna Hora lag, had net een springlading zijn dienst gedaan en mochten wij over het verse materiaal lopen en zoeken. Daar was niet veel te vinden en het animo was ook een beetje teruggezakt. Wel heb ik in de bovenste laag nog leuke fossielen gevonden.
’s Avonds hebben we een feestmaal gehad in het pension en iedereen, dus ook de mensen die op de camping stonden hebben meegegeten. Het pension waar we zaten kookte elke dag wat lekkers, Chinees, Italiaans, Tsjechisch, en als klapstuk een mixgrill. Elke morgen gebakken eitjes en ’s middags in het lunchpakket een schnitzel of eigengemaakte worst. Al met al was het een mooi uitstapje op de heen en terugreis na, die was erg lang. Onderweg terug lag er bij de Tsjechisch-Duitse grens sneeuw wat er die nacht nog gevallen was.
Langs deze weg wil ik nog een keer de mensen die deze excursie hebben mogelijk gemaakt bedanken.
Běkuji Srdečně
Eric van IJsseldijk