Verslag Noordelijke zwerfsteendag 2015
Zet een paar zwerfsteenverzamelaars bij elkaar, laat ze een goed verhaal over hun keien vertellen en je hebt gegarandeerd een leuke en interessante dag.
Afgelopen november werd voor de derde keer op rij de Noordelijke Zwerfsteendag georganiseerd. Net als eerder bood het Hunebedcentrum in Borger verzamelaars, zwerfsteenenthousiasten en geïnteresseerden gastvrij onderdak in het Kenniscentrum. Ruim te voren was door de organisatoren een dagvullend programma samengesteld, dat uit kennismaking en een gezellig samenzijn bestond, tafelpresentaties met een divers aanbod aan zwerfstenen en moedergesteenten en een programma met een paar korte lezingen.

Voor diegenen die zich voor een tafelpresentatie opgegeven hadden was het die zaterdag vroeg dag. Het Kenniscentrum was voor hen al om half negen open, terwijl vanaf 10.00 uur de inloop plaats vond. De indeling en de verdeling van de tafels in de diverse ruimten is ook na drie jaar een spannende gebeurtenis. De deelnemers weten dat ze per persoon slechts één tafel met hun vondsten mogen inrichten, maar het werkelijke uitstallen is de ‘proof of the pudding’. Steeds blijkt dat er liefhebbers zijn die in hun enthousiasme meer materiaal meegenomen hebben dan dat er op één tafel past. Gelukkig zijn de uitstalmogelijkheden wat elastisch. Met een beetje passen en meten, plus het bijplaatsen van wat extra tafels en het beschikbaar stellen van de koepelzaal, lukt het iedere keer weer. En wat blijkt? Ook nu was iedereen tevreden met zijn plek.
Stenenverzamelaars mopperen wel eens dat het zoeken steeds moeilijker wordt. Voor fossielen is dit al jaren duidelijk. Groeve-eigenaren in binnen- en buitenland maken het steeds moeilijker om te zoeken. Je zou denken als het om gewone zwerfkeien gaat, dat dit minder moeilijkheden geeft. Immers, wat schuilt er nu voor gevaar in het verzamelen van zwerfstenen en wat is de (geldelijke) waarde van een paar keien? Toch, ook zwerfsteenzoekers komen meer en meer voor dichte poorten te staan. Hier komt nog bij dat de mogelijkheden om bij graafwerkzaamheden stenen te zoeken al jaren kommer en kwel zijn. De snelheid waarmee bouwputten worden gegraven en rioleringen worden aangelegd, maakt het haast onmogelijk om als verzamelaar nog met succes te zoeken. Graven is één ding, maar aan bemodderde keien heb je niet veel. En waar blijft de grond? Vroeger, en dat is echt niet zo lang geleden, bleef de uitgegraven grond door de wijze waarop de werkzaamheden werden uitgevoerd, langs de bouwputten liggen of leem en zand lagen dichtbij in depot. Een ideale situatie, want na een paar weken weer en wind waren de stenen schoongespoeld en kon je zien wat je in je handen had.
Ook neemt de hoeveelheid keien op en langs akkers in Drenthe zienderogen af. Afgezien hiervan, was en is de animo om in hopen akkerstenen te zoeken al nooit zo erg groot. De stenen die bij het oogsten op hopen worden geworpen, zijn doorgaans bijzonder vuil en blijven dat ook door ingespoelde en aanhechtende humusverbindingen. Deze zwerfstenen zijn daardoor soms onherkenbaar. Dit doet een groot beroep op het enthousiasme en doorzettingsvermogen van zwerfsteenliefhebbers, want wat moet je met die verweerde, onduidelijke stenen? Geen wonder dat veel zwerfsteenzoekers vandaag de dag hun blik over de grens werpen. Dit was op de onlangs gehouden zwerfsteendag ook goed te merken en te zien.

Veel verzamelaars hebben de steenstranden in Denemarken en langs de Duitse Oostzeekust ontdekt. Niet alleen vind je daar onderaan klifkusten duizenden en duizenden zwerfkeien in allerlei groottes, ook de diversiteit is enorm. Je kunt naar hartenlust verzamelen, zelfs als je met meerdere personen aan het zoeken bent. Dit laatste lukt in zandgroeves bij ons in de buurt bijna niet meer, tenminste als je met een aantal interessante zwerfstenen huiswaarts wilt keren. Zo niet op de steenstranden in Denemarken en langs de Oostzeekust. Daar liggen stenen genoeg. Maar dit is niet alles. Strandstenen zijn zonder uitzondering ‘vers’ en tonen vooral als ze nat zijn al hun kleuren en bijzonderheden. Ook voor gewone passanten is het een lust om langs de vloedlijn gewoon voor de vuist weg kleurige steentjes te verzamelen.
Stenenzoeken langs Oostzeestranden en in Denemarken is makkelijk gezegd, maar het betreft wel een bijzonder groot gebied. Reken maar na, vanaf het eiland Rügen in het oosten tot de Noordzeekust helemaal in het noorden van Denemarken? Dat is een paar honderd kilometer strand en kliffen met tientallen vindplaatsen, elk met zijn eigen karakteristiek gezelschap zwerfstenen. Wel is het zo dat als je al wat langer meeloopt in deze hobby, je weet waar je moet zijn om bepaalde zwerfstenen te vinden. Op het Deense eiland Als bijvoorbeeld kom je bijzonder veel zwerfstenen tegen die afkomstig zijn uit Zuid-Zweden, met nadruk op de zuidwestkust van Zuid-Zweden. Langs de Duitse Oostzeekusten is het beeld meer gemixt, maar zwerfstenen uit Midden-Zweden, Zuid-Zweden en het eiland Bornholm zijn daar vaak goed vertegenwoordigd. De bekende roodachtige granieten uit de rapakivifamilie kom je op alle vindplaatsen tegen. Onvoorstelbaar hoe het landijs zo’n enorme hoeveelheid van deze granieten uit Noord-Zweden en Zuidwest-Finland zuidwaarts heeft getransporteerd. Het is een wonder dat er ueberhaupt in Scandinavië nog rapakivirotsen zijn overgebleven, lijkt het wel.
Heel bijzonder zijn de vondstmogelijkheden in Noord-Jutland. Vooral de kliffen en steenstranden rond de Limfjord bieden een prachtige mogelijkheid om zwerfstenen uit Noorwegen te vinden. Die kom je elders maar mondjesmaat tegen. Vooral zogenoemde ‘Oslo-syenieten’ zijn in grote variatie op te rapen. Dit oprapen heeft echter zijn beperkingen, sommige van die interessante Noorse gesteenten blijken net ijsbergen. Je ziet ze met hun kop net boven het strandzand uitsteken, maar als het op meenemen aankomt dan hebben we een probleem. Als die prachtige zeldzame steen bij het uitgraven groter blijkt dan 30cm, dan is meenemen veelal geen optie, hoewel er mensen zijn die met bijkans bovenmenselijke inspanning zwerfsteenblokken van die grootte toch bij de auto hebben gekregen. Dit bleek ook op de zwerfsteendag in november. Op een van de tafels lag een joekel van een steen, maar wat voor een….! Een bijzonder fraai, donkerbruin gekleurd vulkanisch conglomeraat met duidelijke rolstenen, uit het Oslo-gebied. De vinder had de ruim twintig kilo zware steen een kleine twee kilometer meegezeuld, onder het motto “die laat je toch niet liggen”. Wat de meeste stenenverzamelaars te doen staat als ze zo’n strandsteen tegenkomen is, het fototoestel te voorschijn halen en er een foto van maken. Je hebt minder te sjouwen en zo’n foto staat goed in het vakantieboek. Bovendien, je weet immers waar hij ligt…. Het kan altijd nog, denk je.

Uit de lezingen kwam duidelijk naar voren waar je in Denemarken en elders kunt zoeken. Tevens blijkt dat zwerfsteensoorten uit het kleine Oslogebied in Zuid-Noorwegen bij veel verzamelaars een speciale plaats innemen. Dit komt omdat deze gesteenten uit dit deel van Noorwegen geologisch gezien ‘jong’ zijn. In tegenstelling tot de meeste andere zwerfsteensoorten uit Scandinavië zijn die uit het Oslogebied geen 1,5 tot 2 miljard jaren oud, maar slechts 290 miljoen jaar. Bovendien zijn een aantal soorten mondiaal gezien erg zeldzaam of zelfs uniek. Reden genoeg dus om de bezoekers op de zwerfsteendag hiervan een flink aantal mooie voorbeelden te laten zien. Likkebaardend werd langs tafels gelopen, waarbij de een zich haast dubbel vouwde om de steen beter te kunnen bekijken, terwijl anderen een of meer stenen in de hand namen om deze met een loep te bekijken.
Uiteraard waren er ook nog andere gesteenten te bekijken, veel zelfs. Uit de grote belangstelling bleek dat het aanbod aan zwerfstenen voldoende gevariëerd was. De stad Groningen was vertegenwoordigd met kristallijne zwerfstenen en fraaie kalksteenfossielen. De keileem onder de stad Groningen staat bekend om zijn grote aantallen kalkstenen. Ze zijn van Ordovicische en Silurische ouderdom en zijn door het landijs in de voorlaatste ijstijd uit de omgeving van Estland naar ons land vervoerd. Deze kalkstenen bevatten veel fossielen, vooral als je de stenen met de hamer door slaat. Brachiopoden, trilobieten, bryozoën, antieke zeeslakken en resten van inktvisschelpen, noem maar op. Waar de strook Hondsrug tussen Haren en het noordeinde van de stad Groningen echter patent op heeft, zijn fossiele rifkoralen. Nergens in Noordwest-Europa komen deze fossielen talrijker voor dan in een amper tien kilometer lange strook op het noordeinde van de Hondsrug. Jammer is dat juist daar de vondstmogelijkheden zo spaarzaam zijn geworden. De Hondsrug is vrijwel volgebouwd en de huidige uitbreidingsplannen worden gerealiseerd op plaatsen waar je wat zwerfstenen betreft niet gezien wilt worden.
Was er nog meer te zien op die november zaterdag in Borger? Zeker, er waren maar liefst elf stenenexposities, onder meer van granietmonsters uit de provincie Småland in Zuid-Zweden. Interessant en esthetisch mooi omdat de meegebrachte stukken rots gezaagd en gepolijst waren. Zo krijg je een prachtige inkijk in de bijzonderheden van deze granieten, alle details zijn moeiteloos te zien. Indrukwekkend was de grote variatie aan graniettypen uit deze Zuidzweedse provincie, waarbij je tegelijk kon vaststellen dat de verschillen soms erg klein waren. Niet voor niets wordt al jaren door kenners gezegd dat Smålandgranieten te vergelijken zijn met Napoleontische soldaten. Smålandgranieten zijn allemaal ‘soldaten uit hetzelfde regiment’.
Het mooie van deze zwerfsteendag is dat er voor, na en tussen de lezingen ruimschoots gelegenheid bestaat om ervaringen uit te wisselen, oude kennissen te ontmoeten en… om stenen te laten beoordelen en op naam te krijgen. Onder het genot van een kop koffie en een broodje vliegt de tijd. Er worden afspraken gemaakt, vindplaatsen gedeeld en vooral merk je dat bezoekers met een sluimerende belangstelling voor zwerfstenen enthousiast raken. Dat maakt een hobby als deze ook zo plezierig en ontspannen. Je hebt immers niet veel nodig om er mee te beginnen. Of zo’n stenenhobby ook moeilijk is? Het hangt er helemaal van af wat je wilt verzamelen, waar en hoe. Er zijn boeken en websites genoeg met vele honderden foto’s van stenen en fossielen om je vlot een eind op weg te helpen. Bovendien kun je komende winter vanaf januari meedoen aan een zwerfsteencursus. In deze cursus maak je spelenderwijs kennis met zwerfstenen en de verhalen daarachter. Bijzonderheden over de cursus zijn in het Hunebedcentrum te krijgen of kijk anders op www.kijkeensomlaag.nl.
Het leek die zaterdag in november een lange dag te worden, maar wat vloog de tijd. Tegen vier uur was de koek op en werden de uitgestalde stenen weer ingepakt. Veel tevreden geluiden, mooie dingen gezien en vooral veel contacten gelegd. Kortom, voldoende reden om een vierde Noordelijke zwerfsteendag te plannen. Wanneer? Op zaterdag 12 november 2016! Noteer die dag alvast in de agenda.
Een verslag van Harry Huisman