Secretariaat:
J.F. Otten
Iepenlaan 13
9401 LS Assen
0592-353229
secretaris@gea-drenthe.nl
https://gea-drenthe.nl
https://www.facebook.com/GEA.Drenthe
https://www.flickr.com/photos/gea-drenthe/
Rekening: NL98INGB0105102024
KvK nr: 93011326
Gea Drenthe nieuwsbrief september 2024
Inhoudsopgave
Afdelingsnieuws
Afdelingsavond 20 september, Mineraal exploratie in Zweden
Lezing: Mineraal exploratie in Zweden
Door: Hein Raat
Wij nodigen u uit voor een lezing over Mineraal exploratie in Zweden
- Datum: vrijdag 20 september 2024
- Tijd: 20:00, de zaal is open vanaf 19:30
- Locatie: Hunebedcentrum Borger
Zie voor meer informatie over de locatie: https://gea-drenthe.nl/wie-zijn-we/locatie
De afdelingsavond is toegankelijk voor LVGA leden, maar ook voor andere belangstellenden.
Hein Raat
Hein Raat heeft geologie gestudeerd in Utrecht, en heeft daarna gewerkt in de exploratie van mineralen in Scandinavië.
Hij heeft een flink aantal jaren gewerkt voor de mijn industrie, onder andere voor de Boliden groep in Zweden, en heeft een eigen bedrijf: Raat Geoservices.
Mineraal exploratie
Mineraal exploratie in Scandinavië, waarom en hoe werkt dat.
Een lezing door Hein Raat een mineraal exploratie geoloog die zoekt naar potentiële winningslocaties van strategische mineralen die belangrijk zijn voor de energie transitie. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan zeldzame aard metalen, lithium en andere metalen die belangrijk zijn voor windmolens, accu’s en zonnepanelen.
Mineralen exploratie is niet alleen kantoor en laboratoriumwerk, er komt ook veel veldwerk bij kijken.
Excursie naar zandwinning Vriezenveen 12 oktober
Het bezoek aan de zandwinning in Echten van 22 juni was zeer geslaag: er waren ongeveer 20 enthousiaste zoekers die onder andere barnsteen hebben gevonden.
Omdat dit zo succesvol was hebben opnieuw een bezoek aan een zandwinning georganiseerd.
Het gaat om de zandwinning Oosterweilanden in Vriezenveen van Roelofs.
We zijn hier welkom op 12 oktober.
Kosten voor dit bezoek zijn € 2,50 per persoon.
De aanmeldprocedure voor excursies is gewijzigd, vanaf nu verzoeken we u om direct bij aanmelding al het verschuldigde bedrag te betalen, maar dat wijst zich vanzelf als u het formulier invult.
Aanmelden voor de excursie doet u door op onderstaande button te drukken. Vergeet niet om in het formulier de juiste excursie te kiezen!
Aanmelden voor de excursie doet u door op onderstaande button te drukken. Vergeet niet om in het formulier de juiste excursie te kiezen!
Nieuw rekeningnummer
Afgelopen jaar zijn we veranderd van kring Drenthe van de stichting Geologische Activiteiten in een vereniging Geologische Activiteiten Drenthe.
Hierbij hoort ook dat we een nieuw rekeningnummer hebben gekregen.
Het nieuwe rekeningnummer is NL98INGB0105102024
Nieuwe aanmeldprocedure voor excursies
We hebben de aanmeldprocedure voor excursies aangepast, we vragen u nu bij aanmelding om meteen het verschuldigde bedrag over te maken op onze rekening. U maakt daarmee uw aanmelding meteen definitief.
We kunnen de website helaas niet automatisch bij laten houden hoeveel plaatsen er nog vrij zijn; bij te veel aanmeldingen waardoor u niet mee kunt, krijgt u het bedrag teruggestort.
Ook als we de excursie moeten annuleren, wat overigens zeer zelden voorkomt, krijgt u het bedrag teruggestort.
Als u het aanmeldingsformulier invult, wordt automatisch berekend wat de kosten zijn, u krijgt dat meteen te zien. U krijgt na aanmelding ook nog via de e-mail een bevestiging met het bedrag dat u moet betalen en de rekening waarop het gestort moet worden.
Overig nieuws
LVGA lezingendag Geologie in de stad 14 september
Op deze lezingendag gaan we na hoe geologie invloed heeft op de bouw van een stad en krijgen we een kijkje achter de schermen van wat er allemaal komt kijken als er ergens gebouwd gaat worden.
Doel van een lezingendag is o.a. de verzamelaars /geïnteresseerden /wetenschappers met elkaar in contact te brengen; er wordt een aantal lezingen verzorgd, zodat men zijn/haar kennis over de hobby kan vergroten.
Als tegemoetkoming in de kosten betalen LVGA leden een eigen bijdrage van € 5,- voor koffie/thee.
Niet-leden betalen € 20,- (inclusief koffie/thee). Aan de ingang van de zaal te voldoen. Koffie en thee zijn in de pauzes beschikbaar.
Aanmelding voor de LVGA lezingendag geologie in de stad is verplicht i.v.m. de beveiliging en de catering. Voor het aanmelden kunt u deze link gebruiken.
Programma
09.30 – 10.15 Registratie, koffie/thee, ontmoeting, tentoonstelling, geologische boekenmarkt.
10.15 – 11.05 Het karteren van antropogene lagen in de ondergrond van steden door Jeroen Schokker (TNO)
11.05 – 11.30 Kennismaken met Dinoloket. Erik Simmelink (TNO) laat u een aantal mogelijkheden zien wat u thuis allemaal kunt doen met Dinoloket.
11.30- 12.20 Oude rivierlopen in de stad Utrecht door Kim Cohen. (UU, TNO, Deltares)
12.20 – 13.20 Lunchpauze (neem uw eigen boterham mee). Ontmoeting, tentoonstelling, boekenmarkt.
13.20 – 14.10 Geologie en natuursteen in de steden Kampen, Zwolle, Steenwijk en Meppel door Clarinus Nauta (oud voorzitter NGV)
14.10 – 15.00 Natuursteen in Nederlandse steden en bekendmaking van project waaraan u als lid of afdeling kunt meedoen door Bernd Andeweg. (VU)
15.10 uur Einde van de lezingendag.
-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-
15.30 – 16.30 uur Op dezelfde locatie wordt een overleg georganiseerd tussen het bestuur van de LVGA en de besturen van de LVGA afdelingen.
Boeken en tijdschriften vormen een belangrijke bron voor mensen die zich in hun hobby willen verdiepen. Daarom zijn boekhandelaren aanwezig met een zeer groot assortiment boeken en tijdschriften. Daarnaast is de bibliotheek van de LVGA toegankelijk waar alleen leden van de landelijke LVGA kosteloos gebruik van kunnen maken. Zij kunnen eventueel ook van tevoren literatuur bestellen die dan op deze dag in ontvangst kan worden genomen.
Locatie:
De lezingendag wordt gehouden in het Victor J. Koningsbergergebouw van de Universiteit Utrecht, Budapestlaan 4b, Utrecht-Uithof.
Vanwege een ander evenement hebben wij nu de beschikking over zaal GAIA. Daar is ook de inschrijving en koffie. (Bij de receptie de trap op en de lange gang door langs de collegezalen.)
Goed bereikbaar met eigen auto en openbaar vervoer. Parkeergelegenheid: parkeerterrein Budapestlaan en verderop bij de hoek van Princetonlaan en Sorbonnelaan is ook een parkeerterrein. Parkeren op zaterdag is gratis.
Najaarsexcursie LVGA Fryslân 5 oktober
Onze zusterorganisatie LVGA Fryslân organiseert een najaarsexcursie op 5 oktober naar Winterswijk en Miste waaraan ook Gea Drenthe leden mogen deelnemen.
Er zijn nog 15 plaatsen beschikbaar in de bus. De opstapplaats in Leeuwarden is misschien niet voor iedereen handig. Met de busmaatschappij is misschien een 2de opstapplaats te vinden, afhankelijk van de opgaven. Het diner lukt dan natuurlijk niet.
Graag aanmelden voor 5 september.
Najaarsexcursie LVGA afd Fryslân
Datum . Zaterdag 5 oktober 2024
7.45 uur. Vertrek vanaf restaurant Wannee, Rengerslaan 8 te Leeuwarden. Dat betekent graag 7.30 aanwezig. Gratis parkeren meteen links, onder de slagbomen, voor het gebouw.
10.15 uur. Aankomst bij landgoed Kotmans in Winterswijk Miste. Koffie met gebak. Lezing door Willem Peletier over de geologie van de omgeving. Er komt hier een mioceenlaag naar boven, waar veel kleine fossielen gevonden zijn. Rondleiding over het landgoed door de eigenaar, Henk Berenschot. Vondsten worden bekeken en er kan in schalen gruis naar fossieltjes gezocht worden. Eigen loep meenemen. Vanaf ongeveer 12.00 uur kunnen we ons zelf meegebrachte broodje ter plaatse nuttigen.
13.00 uur. Rondleiding in de steengroeve van Winterswijk. We worden ontvangen door 3 leden van de werkgroep muschelkalk. We krijgen uitleg over de werkzaamheden en vondsten in de groeve. Ook de opbouw en de lagen komen aan bod. Tenslotte wordt de teruggave van de oudere delen van de groeve aan de natuur uitgelegd. We kunnen niet zoeken in de groeve.
15.15 uur. Koffie, thee of een drankje in hotel de Lindenboom in Winterswijk.
16.00 uur vertrek naar Leeuwarden, waar we om ongeveer 18.30 aankomen bij restaurant Wannee. Dit is het restaurant van de hogere hotelschool van de NHL. Hier verzorgen de studenten van de hogeschool, onder leiding van een topkok een 4 gangen diner voor ons. De auto staat voor de deur, dus ieder kan op zijn/ haar tijd naar huis.
De kosten voor dit alles bedragen 77.50 euro p.p. Dit is busreis, koffie/thee/taart ’s ochtends en het diner. De drankjes in het hotel in Winterswijk en bij het diner, zijn voor eigen rekening. Voor kinderen beneden de 18 jaar is de busreis ( 30 euro ) gratis. Mochten er mensen zijn die niet mee willen eten ( zeer onverstandig, want het is erg gezellig en lekker) dan gaat er 35 p.p van het bedrag af.
Opgave voor 5 september 2024 bij Harm Wieringa. Harmwieringa@upcmail.nl.
Een steen met trilobietenbaby’s
Wie vindt baby’s niet schattig. Afgezien van de ouders, een hoop mensen waarschijnlijk. Niet allemaal trouwens, maar dat is een ander verhaal. Van het streekmuseum en sterrenwacht Observeum in Bergum in Friesland kreeg ik een doos met stenen onder ogen. De vraag was of deze het bewaren waard waren. Welnu, één steen was dat zeker, want vol trilobietenbaby’s.
Tegelijk realiseerde ik mij dat de vinder onbewust een hoop fossiele jeugd om zeep geholpen heeft. Figuurlijk dan, want dood waren ze al een tijdje. Om precies te zijn al zo’n 490 miljoen jaar. Van de grotere steen heeft hij alleen het onderzochte scherfje bewaard. De rest is verloren gegaan. Bijzonder jammer.
De steen waar het om gaat, is een stukje Laat-Cambrische stinkkalk, gevonden in de Merriedobbe, een zandwinning bij Tietjerk. Zwerfstenen van stinkkalk zijn in ons land uitermate zeldzaam. In mijn lange stenen leven vond ik slechts eenmaal eerder een vuistgrote zwerfsteen in de grijze keileem van Haren bij Groningen. Sla je zo’n steen door, dan is de kans dat je trilobieten tegenkomt, erg groot. Dat doet de harten van veel fossielverzamelaars sneller kloppen. En niet zonder reden.
Wat waren trilobieten voor dieren?
Trilobieten waren kreeftachtige dieren, en tegelijk ook zeedieren. Men beschouwt ze wel als de meest succesvolle groep dieren, die ooit op aarde heeft geleefd. Ze bewoonden modderige bodems, groeven zich in, zwommen of zweefden rond, want dat konden ze ook. Jammer is dat ze lang geleden zijn uitgestorven. Maar tot die tijd bevolkten ze een kleine 300 miljoen jaar lang met duizenden soorten vrijwel alle zeeën, ondiep en diep. En heel bijzonder, zelfs zeeën met weinig zuurstof.
Trilobieten danken hun naam aan hun unieke lichaamsbouw, die uit drie delen bestaat: de cephalon (kopstuk) aan de voorkant, gevolgd door de thorax (ruggedeelte), en achteraan het pygidium (staartstuk). Kop- en staartstuk waren star, in tegenstelling tot de thorax, die uit beweeglijke segmenten bestond. Het aantal segmenten verschilde onder trilobieten sterk.
Qua lichaamsbouw lijken trilobieten enigszins op pissebedden, vooral omdat ze zich bij gevaar konden oprollen, een vaardigheid die pissebedden ook bezitten. Daar houdt de vergelijking op; pissebedden en trilobieten zijn geen familie van elkaar, hoewel ze beide tot de geleedpotigen behoren.
Door de segmentatie van het ruggedeelte konden trilobieten zich flexibel bewegen en later in de evolutie bij gevaar ook oprollen. Net als andere geleedpotigen zoals krabben en kreeften, hadden trilobieten een hard uitwendig skelet, dat bescherming bood, vooral aan de bovenzijde. De buikzijde was onbeschermd.
De driedeling van het lichaam is ook in dwarse richting aanwezig met een centrale as (=rachis), die aan beide zijden geflankeerd wordt door twee pleurale delen.
Lopen, graven en ook zwemmen was mogelijk doordat trilobieten onder hun lijf een groot aantal poten hadden. Twee per segment. In feite waren het splijtpoten, waarvan het ene deel diende om te lopen of te graven, het andere deel diende als kieuw. De kieuwpoten werden, behalve voor de ademhaling, ook gebruikt bij het zwemmen.
Om te overleven moesten trilobieten natuurlijk ook eten. Aan de voorzijde onder het kopstuk zaten de monddelen. Het waren aangepaste poten, die het voedsel naar de mond brachten. Kauwen was geen optie, want dat konden ze niet. Kaken en tanden ontbraken. Onze huidige strandkrabben doen iets vergelijkbaars, maar eten iets geavanceerder dan trilobieten destijds.
In de loop van hun evolutie ontwikkelden trilobieten duizenden soorten met een grote diversiteit in lichaamsvorm, grootte en skeletversieringen. De kleinste waren slechts enkele millimeters groot, terwijl de grootste een lengte van ruim 70 cm konden bereiken!
Wanneer verschenen de eerste trilobieten en wanneer stierven ze uit?
Trilobieten verschenen zo’n 540 miljoen jaar geleden voor het eerst aan het begin van het Vroeg-Cambrium in ondiepwater afzettingen. Het plotselinge verschijnen met een paar geslachten, was lange tijd een raadsel. De theorie is nu dat deze dieren in het Precambrium al een lange voorgeschiedenis doormaakten, maar dat fossielen uit die periode ontbreken. De oorzaak is dat de dieren toen nog geen hard exoskelet hadden, dat kon fossiliseren.
De sleutel tot de ontwikkeling van harde delen als een skelet lag in het zuurstofgehalte van de atmosfeer en daaraan gekoppeld ook in het zeewater. Dit bereikte aan de start van het Cambrium een niveau waardoor zeedieren in staat waren om een schelp of, zoals bij trilobieten, een hard exoskelet te ontwikkelen. De ontwikkeling van een bepantsering werd waarschijnlijk getriggered door het verschijnen van predatoren.
Bloei en ondergang van een succesvolle diergroep
Na een bloeitijd in het Ordovicium en nog een opleving in het Devoon, ging het bergafwaarts met de trilobieten. In kalkafzettingen uit het Carboon zijn ze nog te vinden, maar het uiteindelijke uitsterven viel samen met de grootste massa-extinctie in de geschiedenis van de aarde, zo’n 252 miljoen jaar geleden. Vrijwel alle dierlijk leven op land en in zee verdween toen. De oorzaak hiervan is nog steeds onderwerp van discussie.
De stinkkalk van Tietjerk: een schatkamer met jeugdige trilobieten
Zwerfstenen van stinkkalk zijn te herkennen aan hun zwarte, zwartgrijze of bruine kleur en aan het hoge bitumengehalte. In enkele gevallen zijn stinkkalkzwerfstenen meer crèmekleurig. Het zijn overigens de enige noordelijke zwerfstenen die je met je neus kunt determineren. Sla je een stinkkalk met de hamer door, dan ruik je een geur, die aan een niet al te schone garage of tankstation herinnert. De geur wordt veroorzaakt door zwavelwaterstof. In Zuid-Nederland kom je in het grind rolstenen tegen van Vroeg-Carbonische kolenkalk met eenzelfde geur. Het gesteente wordt veel verwerkt in gebouwen, trapopgangen, grafmonumenten en dergelijke. Kolenkalk wordt in de handel wel ‘Petit Granit , Arduin’ of ‘Hardsteen’ genoemd. Bij het krassen of aanslaan met een hamer ruik je eveneens zwavelwaterstof.
Zwerfstenen van stinkkalk zijn fragmenten van grotere kalkconcreties, die veel voorkomen in zwarte kleischalies in Zuid-Zweden en op het Deense eiland Bornholm. Ze dateren uit het Midden- en Laat-Cambrium. Tijdens de ijstijd werden deze concreties door het landijs losgebroken en als zwerfsteen meegevoerd, waarbij deze vaak in talloze fragmenten braken. De zachtere schalie overleefde het ijs transport doorgaans niet.
De zwarte schalie bevat zoveel bitumen, dat deze vroeger als brandstof werd gebruikt voor het branden van kalk. Ook werd er aluin uit gewonnen, een belangrijk materiaal voor de leerlooierij. Deze Cambrische kleischalies staan in de geologie bekend als aluinschalie. Ze zijn gevormd op de bodem van een ondiepe zee, in een zuurstofarm milieu, wat er voor zorgde dat organische resten niet afgebroken werden en bijdroegen aan de fossilisering van trilobieten.
Het bodemleven destijds was door het zuurstofgebrek zeer beperkt. Aaseters en gravende en bodemwoelende dieren ontbraken. Opmerkelijk is dat de trilobieten in de kalkconcreties ruimtelijk bewaard zijn gebleven, terwijl ze in de omringende kleischalie alleen als platgedrukte afdrukken voorkomen. De kalk van hun skeletjes loste op en migreerde naar de concreties.
Als je een stinkkalk met de hamer doormidden slaat, dan wacht je vaak een verrassing. Geen enkel ander gesteente bevat zoveel trilobieten. Ze zijn vaak bij tientallen of zelfs bij honderden aanwezig op de laagvlakken, meestal van slechts één of hooguit drie soorten.
Baby’s en kleuters
In de fijnkorrelige stinkkalk van Tietjerk komen opmerkelijk genoeg jeugdvormen van trilobieten voor. Deze zijn zo klein en teer dat ze als baby’s beschouwd kunnen worden. Mijn eerdere onderzoek naar deze trilobieten en hun jeugdvormen wekte interesse toen ik het steentje onder ogen kreeg.
Het kalksteenscherfje is ongeveer vijf bij vier centimeter groot, en bevat veel kleine heldergele pyrietkristallen. Daarnaast komen ook vervellingsresten voor van de trilobietensoorten als Peltura scarabeoïdes en Sphaeropthalmus alatus, afkomstig uit zone 5 van het Laat-Cambrium. Naast deze resten ontdekte ik vervellingen van juveniele exemplaren, zelfs van het allereerste jeugdstadium. Deze trilobietjes bestaan uit een enkelvoudig, rondachtig schildje van nog geen halve millimeter groot, bekend als Protaspis. Het schildje is van een trilobietenlarfje, dat waarschijnlijk kort tevoren uit het ei gekropen was. Daarnaast vond ik ook nog millimeter grote kopstukken van iets grotere jeugdvormen, behorend tot het Meraspis-stadium. Binnenkort schrijf ik voor het Hunebedcentrum een paar verhalen met andere voorbeelden van deze trilobietenjeugd, en dan ook in complete exemplaren. Mijn verzameling stinkkalken, is, inclusief trilobietenjeugd, onlangs opgenomen in de collectie van het Hunebedcentrum in Borger.
Het is spijtig dat de vinder de steen destijds kapot heeft geslagen zonder te beseffen wat hij deed. Dit had hij beter thuis kunnen doen, je raakt dan niets kwijt. Nu zijn een aantal scherven of stukken met deze zeldzame juveniele trilobietresten verloren gegaan. Helaas gebeurt dit met fossielen vaker. Het stukje stinkkalk van Tietjerk promoveert wel naar de ‘eredivisie’ in de collectie van het Observeum. Het kan verkeren.
Harry Huisman
Harry Huisman is conservator geologie in het Hunebedcentrum.
Dit artikel is eerder verschenen op het Hunebed nieuwscafé
https://www.hunebednieuwscafe.nl
‘Tranen der Goden’, het wonder van barnsteen
Met de Olympische Spelen in het achterhoofd, is het niet vreemd dat de gedachten onwillekeurig uitgaan naar verhalen en legendes uit de mythologie van het oude Griekenland. Eén van die verhalen is onderwerp van onderstaand artikel en heeft ook met barnsteen te maken.
In de rijke Griekse mythologie zijn talloze verhalen te vinden over goden, halfgoden, helden en godenzonen. En dan bedoel ik niet die overbetaalde lui die tot voor kort anderhalf uur lang tegen een bal mochten trappen. Wat dit betreft is er sinds de paardenrennen in het oude Rome van 2000 jaar geleden niets veranderd. Dezelfde verdwazing. Nee, in het antieke Griekenland was iets anders aan de hand.
Helios, de zonnegod verliest controle over zonnewagen: zoon Phaëton veroorzaakt bijna ramp
De Grieken kenden ook een zonnegod: Helios. En niet zonder reden. Om het klimaat op aarde in goede banen te leiden, trok Helios iedere dag met zijn stralende zonnewagen langs de hemel, om zo het licht naar de mensen op aarde te brengen; een taak die precisie en verantwoordelijkheid vereiste. Helios had een zoon, die Phaëton heette. Zonen en dochters kwamen wel vaker voor bij de goden die op de Olympus woonden. Na herhaaldelijk aandringen beloofde Helios zijn zoon dat, als hij groot was, hij de zonnewagen wel een keer mocht besturen. Die belofte zou hem opbreken.
Phaëton was geboren uit een onstuimige affaire van de zonnegod met een Ethiopische prinses. De jongen groeide op in Afrika, ver weg van de Olympus. Het uitstapje naar Ethiopië en de belofte aan zijn zoon zouden zo’n vaart niet lopen, dacht Helios. De losse huwelijkse moraal van de Griekse goden op de Olympus was immers bekend. Er werd enthousiast vreemd gegaan. Iedereen deed het. Avontuurtjes buiten de deur werden door de vingers gezien. Zelfs Zeus, de oppergod, was niet vies van een amoureus verzetje.
Maar toen Phaëton opgroeide en zijn belofte opeiste, kon Helios niet terug. Na wat aanwijzingen stapte Phaëton in de zonnewagen, nam de teugels in zijn handen en trok met veel bravoure langs de hemel, waarna hij al snel de controle verloor. De vier paarden voelden direct dat een onervaren menner aan de teugels trok. Ze raakten in paniek en sloegen op hol. Nu eens trokken ze de zonnewagen omhoog naar hogere sferen, waardoor het op aarde steenkoud werd, dan weer kwamen ze te dicht bij, waardoor alles verschroeide. De donkere mensen in Afrika zijn daar nu nog het levende bewijs van.
Zeus, de oppergod, zag het gebeuren met groeiende verontrusting aan. Ten langen leste slingerde hij een bliksemschicht naar de zonnewagen, waardoor Phaëton van de wagen geworpen werd en naar beneden in de Eridanos stortte. Aan de oever daarvan zagen de Heliaden, de drie zusters van Phaëton, zijn val met afgrijzen aan. Zij vervloekten Zeus over zo’n wrede daad en weenden bittere tranen. Op de grond veranderden die in barnsteen. Als straf voor hun vervloeking veranderde Zeus de drie zussen in populieren.
De Griekse Eridanos en barnsteen
De val van Phaëton in de Eridanos, zou mogelijk de grote waardering illustreren die men in de Griekse wereld voor barnsteen had. De Eridanos, wat “noordelijke rivier” betekent, zou volgens sommigen kunnen verwijzen naar de zuidelijke Oostzeekust, waar al in de oudheid barnsteen vandaan kwam. Zelfs het Waddengebied sluit men niet uit.
Verhalen over de Griekse zeevaarder Pytheas van Massalia, die in de 4e eeuw voor Christus de noordelijke oceaan bevoer en barnsteen vond, ondersteunen deze theorie. Pytheas, ontdekkingsreiziger en astronoom, bereikte gebieden zoals Groot-Brittannië en mogelijk de kusten van Nederland, Duitsland en Denemarken, waar hij barnsteen aantrof.
Of Pytheas’ verslag juist is, is niet geheel duidelijk. De theorie over de Eridanos als bron van barnsteen is gebaseerd op interpretaties van oude teksten en archeologische vondsten. Er is geen definitief bewijs om te bevestigen dat de Grieken ook barnsteen uit het Waddengebied haalden. Wel is zeker dat barnsteen in de oudheid via verschillende handelsroutes over land vanuit noordelijke streken naar Griekenland en later ook naar Rome werd vervoerd, waar ze al even gek op het fossiele hars waren. Het is mogelijk dat handelaren tijdens deze expedities de kusten van de zuidelijke Oostzee bezochten. De Grieken zagen deze kust met zijn uitgestrekte stranden wellicht aan voor de oever van een grote noordelijke rivier, die ze Eridanos noemden.
Deze bevindingen openen nieuwe perspectieven op de maritieme contacten en handelsroutes in de oudheid. Ze verbinden de Griekse mythologie met de realiteit van de handel in barnsteen in de oudheid. De mythe van Phaëton en de Eridanos illustreert de verwevenheid van mythologie, handel en geografie in de Griekse cultuur.
Verdwenen Europese Amazone bracht ooit barnsteen en vormde zandlagen
De Eridanos was ooit een machtige rivier. Hij stroomde met talloze zijrivieren miljoenen jaren lang door wat nu Noord- en Midden-Europa is. In de geologie draagt deze oerrivier, voorheen bekend als de ‘Baltische oerstroom’, terecht de naam Eridanos, want onverbrekelijk verbonden met barnsteen.
De Eridanos ontsprong in Zweeds Lapland en stroomde zuidwaarts richting het Noordzeebekken. Het was de grootste rivier die Europa in zijn recente geologische geschiedenis heeft gekend. De delta van de rivier bedekte aan het begin van de ijstijdperiode (het Pleistoceen) vrijwel de gehele Noordzee. Vanwege zijn enorme stroomgebied kreeg de Eridanos de bijnaam ‘Europese Amazone’. Op zijn hoogtepunt, ruim één miljoen jaar geleden, mondde de rivier uit aan de Engelse oostkust, 2700 kilometer verderop. Rivieren als de oer-Neva in Rusland, Theems, Rijn, Maas, Elbe en Wezer waren toen belangrijke zijrivieren. Het stroomgebied besloeg een enorm deel van Noord- en Midden-Europa, inclusief delen van Noordwest-Rusland.
Tegenwoordig is er van de Eridanos niets meer over. De rivier stierf al meer dan 700.000 jaar geleden, en is niet langer zichtbaar in het huidige landschap. Tijdens een koude periode in het Vroeg-Cromerien (Glaciaal A) werd de Eridanos door opdringend landijs van de kaart geveegd. De aanvoer van kwartsrijk zand stopte abrupt. In Scandinavië werd de oorspronkelijke bedding van de rivier door gletsjers en landijs in de ijstijden daarna sterk uitgeschuurd en verbreed. Toch is de loop van de rivier nog steeds te herkennen. De huidige Botnische Golf, Finse Golf, Golf van Riga en Oostzee markeren waar de Eridanos en zijn zijrivieren eens stroomden.
Naast water voerde de Eridanos ook grote hoeveelheden sediment mee: kwartsgrind en veel, opmerkelijk wit kwartszand. Ook transporteerde de rivier uit het achterland veel barnsteen zuidwaarts. Deze zand- en grindafzettingen, inclusief barnsteen, zijn vandaag de dag nog terug te vinden in de ondergrond van Noord-Nederland, Duitsland, Denemarken en Polen. De Eridanos heeft hiermee een blijvende erfenis achtergelaten die ijstijdgeologen tot op de dag van vandaag blijft fascineren.
Barnsteen: Van tropisch oerwoud naar schatkamer van de natuur
Miljoenen jaren geleden lag er in Scandinavië, Rusland en de Oekraïne een uitgestrekt tropisch oerwoud. In het warme en vochtige klimaat dat toen heerste gedijden loof- en naaldbomen. Een gevolg van het warm/vochtige klimaat hars was, dat dit sommige bomen aanzettetot het uitscheiden van hars. Deze hars, die vandaag de dag bekend staat als barnsteen, zou miljoenen jaren later een ware schatkamer van de natuur worden.
Door de wijze waarop hars in barnsteen veranderde en bewaard is gebleven, maakt waarschijnlijk dat deze niet alleen uit stammen en takken vloeide, maar ook door de wortelstelsels van de bomen afgescheiden werd. Ook houtscheuren door blikseminslag en stormwinden, werden door bomen met hars gevuld. De exacte oorzaak van de harsproductie is onbekend, maar zeker is dat het geen ziekelijke afwijking is geweest. Beelden van overmatig hars producerende dennenbomen, die nog steeds in musea en tentoonstellingen over barnsteen getoond worden, kunnen gerust de prullenbak in.
Onder afsluiting van zuurstof transformeerde de hars na verloop van lange tijd in barnsteen. Dit gebeurde zowel in waterige omgevingen in het bos als ondergronds. Barnsteen kon zo bewaard blijven. In tegenstelling tot hars op stammen en takken, waarvan het meest snel geoxideerd en verpoederd moet zijn.
In het Vroeg-Tertiair werd het noorden van Scandinavië door tektonische bewegingen langzaam opgeheven. Hierdoor ontstonden nieuwe afwateringssystemen met kleine stroompjes, beken en rivieren die het barnsteen uit de oorspronkelijke bosbodems erodeerden en stroomafwaarts naar het zuiden transporteerden. Zo belandden miljoenen grotere en kleine stukken barnsteen uiteindelijk in de zuidelijke Oostzee, waar tot op de dag van vandaag de bulk van het barnsteen wordt gewonnen.
Oerrivier Eridanos: Transportband voor barnsteen
De oerrivier Eridanos speelde miljoenen jaren lang een cruciale rol in de verspreiding van barnsteen over de Noordduitse laagvlakte. Het uitgestrekte riviersysteem, met talloze beken en kleine rivieren als toevoerkanalen, transporteerde vanaf zijn ontstaan barnsteen, samen met zand en klei, naar een delta in de zuidelijke Oostzee. Daar werd het barnsteen, samen met klei en zand in een onderzeese delta afgezet. De huidige Bocht van Danzig markeert globaal de locatie van deze delta.
In één van deze delta afzettingen, die uit grijsgroen glauconiethoudend zand bestaat, dat ‘blauwe aarde’ genoemd wordt, bevindt zich een aanzienlijke hoeveelheid barnsteen, variërend van 0,5 tot wel zes kilo per kubieke meter. Opvallend is dat er in deze laag geen houtresten van het oorspronkelijke barnsteenbos voorkomen. Van het uitgestrekte oerwoud, dat zich in het Eoceen, zo’n 50 miljoen jaar geleden tot in Oekraïne uitstrekte, is letterlijk geen spaan overgebleven.
Alleen het lichte barnsteen, dat door zijn lage gewicht makkelijk door water werd meegevoerd, bleef bewaard. Dit komt omdat barnsteen tijdens het transport min of meer zwevend door het rivierwater over de rivierbodem werd verplaatst.
Onderzoek naar barnsteen en vindplaatsen in het Noordzeegebied suggereren dat de oorspronkelijke barnsteenhoudende afzettingen vroeger een grotere verbreiding moeten hebben gehad. Een herkomst van een deel van ons barnsteen uit Zuid- en Midden-Zweden is dan ook zeker niet uitgesloten.
Scandinavisch landschap gevormd door verdwenen bergen en vulkanen
De aanwezigheid van barnsteen in bepaalde bodemlagen, is te danken aan langdurige erosieprocessen in het verleden. De huidige rotsbodem in Scandinavië wordt gevormd door de restanten van miljoenen jaren oude gebergten en vulkanen. In het Precambrium verschenen en verdwenen in Scandinavië van tijd tot tijd hooggebergten, die vermoedelijk net zo hoog als de Alpen of de Himalaya waren. Deze gebergten waren ontstaan door botsingen van continentale aardkorstplaten. Vervolgens werden deze gebergten in de miljoenen jaren daarna door erosie ook weer afgebroken.
Erosiekrachten hebben het landschap van Scandinavië drastisch veranderd. De ooit duizenden meters hoge gebergten verdwenen, evenals de talrijke vulkanen die het land met hun uitbarstingen teisterden. Restanten van oude lavastromen en andere vulkanische afzettingen zijn nog op sommige plekken nog te vinden, maar van de oude gebergten zelf is niets meer over.
Het huidige landoppervlak in grote delen van Scandinavië wordt ingenomen door de worteldelen van geërodeerde en verdwenen gebergten. Vaak zijn dit gesteenten die ooit op tientallen kilometers diepte in de aardkorst werden gevormd. Door de langdurige erosie in het Precambrium en in de miljoenen jaren daarna is op Scandinavië een vele kilometers dik pakket gesteenten verdwenen. Erosiebestendige bestanddelen als kwartszand en kwartsgrind bleven achter. In het Tertiair bedekten dikke lagen van deze silicarijke verweringsproducten een groot deel van Scandinavië en Noordwest-Rusland. Door een langzame stijging van noordelijk Scandinavië namen de reliëfverschillen toe. Dit had tot gevolg dat nieuwe afwateringssystemen ontstonden. Beken en rivieren erodeerden het kwartsrijke verweringsdek langzaam maar zeker en transporteerden het materiaal naar het zuiden. Daar werden de afbraakproducten in een ondiepe zee afgezet en vormden ze de basis voor het huidige landschap.
Deze fascinerende geologische geschiedenis illustreert dat het huidige Scandinavië gevormd is door langdurige processen van opbouw en afbraak. Hooggebergten, vulkanen en zeeën ontstonden en verdwenen, maar lieten hun onuitwisbare sporen achter in de bodem en het landschap.
De delta van de Eridanos; een enorme bak met wit zand
Vanaf het Plioceen, zo’n 6 tot 3 miljoen jaar geleden, bouwde het riviersysteem van de Eridanos in de zuidelijke Oostzee in westelijke richting laag na laag een enorme delta op. In het Vroeg-Pleistoceen strekte een deel van deze delta zich ook uit over de noordelijke helft van ons land tot ver in de Noordzee. In de bodem van Polen, Denemarken, Noord-Duitsland en Nederland vormen Eridanos afzettingen tientallen meters dikke lagen met grindhoudend, grof en vooral wit kwartszand. In Noord-Nederland vormt dit zand al tientallen jaren een bron van zuiver drinkwater.
De laatste restanten van het zandige Tertiaire verweringsdek op Scandinavië werden in het Vroeg-Pleistoceen in een steeds kouder wordend klimaat door ijs en rivierwater opgeruimd. Hierdoor kwam in Zweden, de Botnische Golf en ook in Finland de oeroude Precambrische rotsondergrond over grote oppervlakken weer te voorschijn.
Samen met zand werd door de Eridanos ook veel barnsteen stroomafwaarts vervoerd. Eerder afgezette zandlagen met barnsteen werden talloze malen door stromend rivierwater geërodeerd. Hierbij werd het aanwezige barnsteen verspoeld en elders opnieuw afgezet. Voor het laatst gebeurde dit op grote schaal tijdens de Elster-ijstijd. Gletsjerijs en smeltwater schuurde in die tijd brede en soms honderden meters diepe geulen in de ondergrond van onder meer Noord-Nederland, Noord-Duitsland tot in Polen uit. Grind, zand, klei en ook barnsteen uit oudere afzettingen werden verspoeld en in deze geulen opnieuw afgezet. In de fijne glimmerzandafzettingen van de Formatie van Peelo (Elster-ijstijd) komt in het noorden van ons land en ook in het aangrenzend deel van Duitsland (Oldenburg) lokaal veel verspoeld barnsteen voor. Daarover en over de vondstmogelijkheden van barnsteen een volgende keer.
———————————————
Harry Huisman
Harry Huisman is conservator geologie in het Hunebedcentrum.
Dit artikel is eerder verschenen op het Hunebed nieuwscafé
https://www.hunebednieuwscafe.nl
Agenda Gea Drenthe
Agenda
De agenda is dynamisch en zal daarom veranderen met de tijd
- 20 december 2024
Gea afdelingsgavond
20 december 2024 tijd: 20:00 - 22:00
Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger, NederlandLezing: Geologie van Taiwan
Door: Vincent Lanjouw
De kringavond is toegankelijk voor LVGA en Gea Drenthe leden maar ook voor andere belangstellenden, maar dan wel graag aanmelden via secretaris@gea-drenthe.nl
- 17 januari 2025
Gea afdelingsgavond
17 januari 2025 tijd: 20:00 - 22:00
Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger, NederlandJaarvergadering
De kringavond is toegankelijk voor LVGA en Gea Drenthe leden maar ook voor andere belangstellenden, maar dan wel graag aanmelden via secretaris@gea-drenthe.nl
- 21 februari 2025
Gea afdelingsgavond
21 februari 2025 tijd: 20:00 - 22:00
Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger, NederlandLezing: Trilobieten zoeken in Tsjechië
Door Paul Hille
De kringavond is toegankelijk voor LVGA en Gea Drenthe leden maar ook voor andere belangstellenden, maar dan wel graag aanmelden via secretaris@gea-drenthe.nl
- 21 maart 2025
Gea afdelingsgavond
21 maart 2025 tijd: 20:00 - 22:00
Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger, NederlandLezing: Vuursteenfossielen
Door: Mart KrookTientallen jaren lang heeft Mart Krook uit Zuidwolde in Drenthe gezocht
naar vuurstenen met fossielen erin. Vele duizenden vuurstenen heeft hij
opgeraapt in de omgeving van Zuidwolde. De meeste waren niet bijzonder
en werden weer weggegooid maar af en toe zat er een prachtig fossiel in
een vuursteen. Onlangs is hierover van zijn hand een boek verschenen.
De kringavond is toegankelijk voor LVGA en Gea Drenthe leden maar ook voor andere belangstellenden, maar dan wel graag aanmelden via secretaris@gea-drenthe.nl
- 11 april 2025
Gea afdelingsgavond
11 april 2025 tijd: 20:00 - 22:00
Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger, NederlandLezing: Gotland
door Tom Koops
De geologie, de natuur en de geschiedenis van dit Zweedse eiland in de Oostzee.De kringavond is toegankelijk voor LVGA en Gea Drenthe leden maar ook voor andere belangstellenden, maar dan wel graag aanmelden via secretaris@gea-drenthe.nl
- 16 mei 2025
Gea afdelingsgavond
16 mei 2025 tijd: 20:00 - 22:00
Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger, NederlandLezing: onderwerp nog niet bekend
De kringavond is toegankelijk voor LVGA en Gea Drenthe leden maar ook voor andere belangstellenden, maar dan wel graag aanmelden via secretaris@gea-drenthe.nl
- 28 mei 2025
Hemelvaart excursie naar het Sauerland
28 mei 2025 - 1 juni 2025 tijd:
Olsberg, 59 Olsberg, DuitslandWe gaan met Hemelvaart excursie naar het Sauerland met als centrale plaats Olsberg.
Er kunnen 30 deelnemers mee.
De kosten bedragen €25 per persoon.De excursie is met eigen vervoer.
De excursie is toegankelijk voor Gea Drenthe leden, en bij voldoende ruimte overige LVGA leden.