Excursie ’t Rooth
Er zijn mensen die ’s morgens vroeg plaats nemen in hun (snelle) auto om enkele uren later op een terras aan het Vrijthof in Maastricht een kopje koffie te drinken Dit soort fanaten vallen veelal onder de noemer “yuppen” maar dat wist u natuurlijk al.
D’r zijn ook mensen die groepsgewijs plaats nemen in een bus om nog meer uren later op geheel vrijwillige basis zwaar lichamelijke arbeid te verrichten in een mergelgroeve, op een steenworp afstand van datzelfde terras!
Gekkenwerk natuurlijk, maar de club van deze personen beleeft zijn 30 jarig jubileum en daarom vond het bestuur aanleiding tot het ontplooien van extra activiteiten met betrekkng tot de geologie. Uit het feit dat u dit tijdschrift leest, mag aangenomen worden dat u zich ook tot dit soort bezigheden voelt aangetrokken, hoewel misschien in een iets minder extreme vorm.
Welnu, zaterdag 13 april was het dan eindelijk zover! Een select aantal van bovengenoemde “geo-yuppen” stond ’s morgens vroeg klaar om de toch wel verre reis naar het zuiden te aanvaarden. Het weer leek zeer goed en, ondanks het vroege tijdstip, zat de stemming er meteen goed in. De firma Greven uit Emmercompascuum, sponsor van dit tijdschrift en eveneens jubilerend (75 jaar!), speelde op het gebeuren in door hun allernieuwste touringcar voor te rijden. Snel werd er aangemonsterd en na het tevergeefs wachten op een langslaper(?), gaf excursieleider Eric Veenstra het sein tot vertrek.
Bij “de Raket”‘ te Rogat werden de verdere deelnemers aan de reis, waaronder de voorzitter, opgepikt.
In gezwinde spoed rolde Nederland vervolgens onder ons door. Met het verstrijken van de tijd werd het landschap alsmaar groener, nam de gezelligheid in de bus, maar ook de drukte op de weg steeds meer toe. Bange vermoedens werden bewaarheid. Bij Eindhoven doemde een kilometerslange file op; gelukkig aan de andere zijde van de weg. Het zat ons mee deze dag, dat was duidelijk. Rond 11 uur passeerden we achtereenvolgens de DSM-installaties, Aachen-Airport en de Geusselt (stadion MVV). Daarna linksaf richting Cadier en Keer, een geheime doorgang naar het schitterende dorpje Bemelen en daar was het gastvrij geopende hek van de groeve!
Inmiddels was zoveel adrenaline aangemaakt, dat we de pakweg 25 personenauto’s nauwelijks opmerkten. In rap tempo werd van schoeisel gewisseld, rugzak omgedaan en helm opgezet. Na een sprint door het oude gedeelte van de groeve kwamen we bij de hellingen waar reeds een behoorlijke groep mensen aan het zoeken was. “Dat ziet er professioneel uit” was hun verbaasde reactie. De helmen waren deze keer lichtelijk overdreven. Voor de veiligheid van de bezoekers waren de wanden van de groeve namelijk middels roodwitte linten tot verboden gebied verklaard. Dat was even een tegenvaller, want persoonlijk had ik me al een beetje voorbereid op wat spectaculair hak-en breekwerk in het vaste gesteente. Gezien de leeftijd van een aantal zoekertjes, was een en ander. echter zeer te billijken. Ook een extra “oppas” van de firma Ankersmit was geen overbodige luxe, want echte stenengekken zien wel eens een markering over het hoofd.
In groeve ’t Rooth is een vrij zachte kalksteen uit het Boven-Krijt ontsloten. Vanwege de toepassing als o.m. kalkmeststof, wordt deze veelal aangeduid met de term “mergel”. Het zoeken in deze mergel verliep eerst nog wat onwennig. Al snel echter werden de eerste vondsten geborgen. Prachtig bruinoker gebandeerde mergelblokken, oestertjes, koraaltjes, slakjes, veel “olifantstandjes” (van kokerwormen) en af en toe een belemniet.
Ook werden scharen van Calianassa faujassi, een (waarschijnlijk) heremietachtige krab, aangetroffen.
Koortsachtig verliep het speuren naar Hemipneutes striatoradiatus, de koning onder de Limburgse Krijtfossielen. Onze excursiegids “himself” toverde na enige tijd het eerste exemplaar tevoorschijn. Waarbij opgemerkt moet worden dat dit fossiel zo’n 30 centimeter buiten de markering lag, derhalve een illegale status krijgt en, zo stel ik mij voor, op de eerstvolgende verloting als hoofdprijs zal fungeren. Dit in tegenstelling tot de vondst (een blok met meerdere zee-egels) van Koen Kiel, die samen met zijn kompel (een lid van NO-Nederland) het aloude vak van mijnwerker in Limburg meende te moeten herintroduceren.
Helaas vloog ook dit stukje geologische tijd om en langzaamaan begonnen de eersten zich richting uitgang te begeven.
Om 3 uur zou de bus namelijk weer vertrekken.
Het oude gedeelte van de groeve is teruggebracht tot een schitterend stukje natuurgebied. Een groepje jonge natuuronderzoekers was er bezig met het bestuderen van onder meer salamanders en vuurpadjes. Ook erg leuk, temeer daar dit de enige plek in Nederland is waar deze vuurpadden nog worden aangetroffen.
Bij het bureautje van de firma was een minimuseum met vondsten uit de groeve ingericht. Er was informatiemateriaal verkrijgbaar en voor een gering bedrag kon de buit aan fossielen nog enigszins worden opgekrikt.
De terugreis (nu via Venlo) verliep voorspoedig. Halverwege kregen we ter ere van het jubileum koffie aangeboden. Niet op het Vrijthof deze keer, maar gewoon in een wegrestaurant.
Tot slot zou ik willen stellen:
- dat deze excursie in een bijzonder gezellige sfeer is verlopen,
- dat een en ander perfect geregeld was,
- dat het aantal deelnemers (25) aan de lage kant was,
- dat er nu ruimte genoeg was voor een dutje in de bus,
- dat de achterbank bezet werd door enthousiaste nieuwelingen,
- dat een aantal coryfeeën werd gemist,
- dat de verhouding reistijd/zoektijd niet klopte,
- dat we dat allemaal van tevoren wisten,
- dat het eigenlijk gekkenwerk was, maar……..
- dat gek doen ook wel eens erg leuk kan zijn.