Drenthe barst van de keien
Inhoudsopgave
Bergen kom je in ons land niet tegen. Nederland is voornamelijk plat, groen en nat. En rotsen? Ook niet. Hier is het allemaal zand, veen en klei. Vroeger dacht men wel dat de keien in de grond groeiden, maar dat bleek ook een fabeltje. Waar we wel veel harde rotsen en ook bergen vinden? In Scandinavië vooral. En wat blijkt? De rotssoorten daar lijken veel op onze zwerfkeien. Daar komen ze dus vandaan.
Barre tijden
Dat er ijstijden zijn geweest, weet onderhand iedereen. We leven in een ijstijdperiode, al 2,5 miljoen jaar. Niet dat het al die tijd steenkoud was, koudeperioden wisselden af met warmere intervallen, waarin het klimaat opwarmde. In zo’n relatief warme periode leven wij thans.
De voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden was een bar koude tijd. Heel Noord- en Noordwest-Europa was bedekt onder een enorm dik pakket ijs. Het ijs was het dikst in Scandinavië, zo’n drie tot vierduizend meter! Op het laatst van deze Saale-ijstijd maakte Noord-Nederland ook kennis met het Scandinavische ijs. Tot de lijn Leiden – Nijmegen was Nederland duizenden jaren lang bedolven onder een laag ijs van vele honderden meters.
De grootste transportonderneming aller tijden
We spreken vaak over gletsjers, maar als die aaneengroeien tot een ijsdek zoals op Groenland, dan noemen we dit landijs. Het landijs bewoog in Scandinavië heel langzaam alle kanten op. Het ijs bij ons kwam vooral via de Oostzee en Zuid-Zweden naar ons toe.
Het ijs werkte daarbij als een enorme schaaf- en schuurmachine. Van de keiharde rotsondergrond werden heel wat meters afgeschuurd en losgebroken. Gruis en steenbrokken werden samen met onderweg opgenomen zand, grind en stenen meegevoerd. Bij dit transport schuurden de steenbrokken elkaar af tot afgeronde keien. Toen het bij ons uiteindelijk weer warmer werd smolt de ijsmassa vrij snel weg. Het meegevoerde gletsjerpuin bleef hier achter. Deze laag met klei, zand, grind en stenen noemen we keileem.
Keileem op de Hondsrug
In het Hondsruggebied is vooral op de zandruggen op veel plaatsen keileem aanwezig, op veel plaatsen ook niet. Daar vinden we alleen stenen. De keileem is in de laatste ijstijd op grote schaal door weer en wind geërodeerd en verdwenen. Op plaatsen waar het wel aanwezig is, bereikt de laag soms dikten van vele meters. Bij Gieten is de keileemlaag ruim 7 meter dik.
Hunebedden
Keileem bevat veel stenen, soms heel erg veel. Dit laatste is vooral op de oostelijke delen van de Hondsrug het geval. Zezitten – of zaten – met miljoenen in de bodem. Sommige van die keien zijn enorme steenblokken van duizenden kilo’s zwaar. Zij vormden het voornaamste bouwmateriaal waar de trechterbekermensen zo’n 5000 jaar geleden hunebedden van bouwden. het vervoer van deze steenkolossen moet een flinke inspanning zijn geweest. Of misschien ook niet, wellicht kenden zij foefjes en technieken om dit makkelijker te doen dan wij denken. Keileem is dus de bronlaag in de bodem van Drenthe waaruit alle keien komen.
Een artikel van Harry Huisman